Dat was het onderwerp tijdens de themabijeenkomst over de Leefomgevingsmanager. De bijeenkomst werd verzorgd door Antea Group, een ingenieursbureau met veel ervaring op het gebied van omgevings- en vergunningenmanagement en deze kennis graag deelt met de deelnemers van POM. Met 1500 ingenieurs levert Antea een breed scala van advies- en onderzoeksdiensten in heel Nederland. En levert dus ook een breed palet aan omgevingsmanagers in project- en programmaorganisaties: kwartiermakers, strategen, projectleiders, specialisten of coaches met een schat aan praktijkervaring.
Die praktijkervaring is ingezet tijdens de bijeenkomst op 20 mei 2021. De bijeenkomst draaide om de vraag of en zo ja hoe je als omgevingsmanager de leefomgeving na het project écht beter achter kunt laten dan ervoor. Het doel was om deze vraag samen met de POM-leden in delen te beantwoorden. Is sprake van een nieuwe ontwikkeling in het vakgebied en zijn er ideeën over de handvaten/tooling, die ontwikkeld kunnen worden om het werk als leefomgevingsmanager te vergemakkelijken? Moet in projecten meer focus gelegd worden op de leefomgeving en in hoeverre voel je die verantwoordelijkheid als omgevingsmanager?
Resultaat van de bijeenkomst
Tijdens de beantwoording van de vragen ontstonden globaal twee groepen. Er waren deelnemers die de geschetste ontwikkeling als een uitbreiding en verrijking van hun vak zien en deelnemers die aangaven ‘dit doe ik al jaren’. Een aantal bleef na de bijeenkomst in de call om door te praten en kennis te delen. De inzet en het enthousiasme tijdens en na de presentaties hebben we zeer gewaardeerd.
De themabijeenkomst leverde een duidelijke conclusie op t.a.v. de term leefomgevingsmanager:
‘De term leefomgevingsmanager zou geen een vervangend begrip moeten zijn voor de omgevingsmanager, maar wel een focus gebied dat het vakgebied verrijkt’
De interactie met de deelnemers heeft het volgende opgeleverd:
- Steun vanuit de organisatie/ belang inzien vanuit organisatie die vaak nog kampt met angst voor de mondige burger
- Financiële middelen
- Hoe omgaan met not in my backyard
- Oefenen met de leefomgevingsmanagersgedachte aan de omgevingstafel en dan samenwerken met ruimtelijke ordening (RO) en vergunningen-toezicht-handhaving (VTH).
- VTH naar een integrale denkwijze brengen is een moeilijk proces binnen Gemeenten
- Visuele instrumenten om leefomgevingswaarden/ keuzes weer te geven, maak het beeldend
- Criteria benoemen
- Doorontwikkeling van participatie en MER naar LER en OER
- Denk na hoe je de Gemeenteraden mee kunt krijgen, kruip in hun huid. Hoe hebben zij participatieverplichting vastgelegd?
- Lenen van Antea’s duurzaamheidsdatabase om te komen tot een database met maatregelen ten gunste van de leefomgeving
Jammer dat de chat niet voor iedereen toegankelijk was en niet altijd te zien was of iedereen was aangehaakt (camera stond bij sommige deelnemers uit). Dat maakte het ophalen van ideeën en standpunten lastiger. Gelukkig voorzag Antea in de nodige oefeningen en werden prikkelende vragen gesteld om toch voldoende informatie op te halen en te delen.
Opkomst
Een gemêleerd gezelschap van omgevingsmanagers en participatiestrategen van RWS, Waterschap Gemeente, Provincie, adviesbureaus en ZZP-ers volgden de presentaties van Naomie Zijderveld (Omgevingswet) en Rogier Bakker (in beeld brengen van effecten van een project op de leefomgeving).
Er werden 25 deelnemers verwacht, maar uiteindelijk heeft een groep van 19 deelnemers de bijeenkomst daadwerkelijk bijgewoond. 24% van de aangemelde deelnemers heeft zich niet afgemeld. En dat is jammer, want we rekenen op je komst.
Vriendelijk verzoek aan deelnemers nu en in de toekomst: ben je verhinderd: meld je tijdig af, zodat we weten of we op je kunnen rekenen. Dit kan op via je bevestigingsmail die je hebt ontvangen bij het aanmelden. Bij voorbaat dank voor de medewerking.
Tot slot
Wij als organisatoren/presentatoren hebben de voorbereiding als zeer inspirerend ervaren. Leuk om de ontwikkeling van het vakgebied nader te beschouwen met vakgenoten en in een breder kader te zien. En als deelnemers in de bijeenkomst en de nazit dan ook nog na willen praten en aangeven net als wij oprecht geïnteresseerd en geïnspireerd te zijn: wat wil je dan nog meer?
Laat onverlet dat we merken dat de deelnemers reikhalzend uitzien naar een fysieke bijeenkomst om ook het netwerken te kunnen intensiveren. Dat aspect van een bijeenkomst blijft tijdens online sessies toch wat achter. We zetten in op de regels van het ‘nieuwe normaal’ en hopen jullie spoedig weer in levende lijve te treffen!